Wanneer we in clubverband met elkaar fietsen, gelden bij de WTC Staphorst-Rouveen een aantal regels. Deze regels zijn er zodat fietsen in verenigingsverband voor iedereen leuk, duidelijk en bovenal veilig is. Deze regels zijn er niet alleen voor jou, maar ook voor de veiligheid van je medefietsers en andere weggebruikers.

  • Als clubleden wijzen we elkaar netjes en met respect op misstanden, ongeregeldheden en/of gebrekkig materiaal.
  • Zorg dat je materiaal in orde is. Dit voorkomt onvoorziene en onveilige situaties voor de andere leden en andere weggebruikers.
  • De wegkapitein bepaalt de route, luister naar hem/haar en volg zijn instructies op. We hebben geen commentaar op de wegkapitein.
  • De twee voorste renners van de groep proberen zoveel mogelijk het stuur van de fiets naast elkaar te houden. Ga dus niet harder dan diegene die naast je fietst. Het schept verwarring en onnodige irritatie in de groep als je constant een ‘wiel’ voor je naaste rijder fietst.
  • Let altijd goed op je voorganger en vertrouw op zijn of haar signalen. Anticipeer op wat er voor je gebeurt.
  • Het dragen van een helm is verplicht.
  • Tijdens trainingen hoef je alleen van jezelf te winnen. De WTC trainingen zijn geen wedstrijden
  • We houden ons aan de verkeersregels. Als een stoplicht op rood gaat terwijl nog niet de gehele groep is overgestoken, wachten we aan de overkant op de rest.
  • Bij lek rijden, materiaalpech of andere redenen om te stoppen, wachten we op elkaar en helpen elkaar waar we kunnen.
  • We gedragen ons als ‘gentlemen’ in het verkeer. De dames ook.
  • Het neus snuiten of spugen in de groep is niet wenselijk, denk aan je medefietsers
  • Als andere weggebruikers zich ongepast gedragen, gaan we niet in discussie. We blijven rustig en kalm.
  • Alle renners in de groep dragen eraan bij dat de groep compleet blijft! Als je ziet dat een deel van de groep niet kan volgen, breng dan het tempo naar beneden, of meld het aan de wegkapitein.
  • Niemand rijdt alleen naar huis terug omdat hij of zij het tempo niet aankan. Eerst past de groep het tempo aan, en als dat niet genoeg is, blijft iemand van de groep bij de achterblijver.
  • Met het deelnemen aan onze tochten en trainingen en het dragen van de WTC-clubkleding onderschrijf je al deze regels en handel je daar naar.
  • Aan te raden is tijdens de trainingen altijd een ICE-nummer bij je te dragen (bv. in je helm). Dat wil zeggen een telefoonnummer van iemand die in noodgevallen te bereiken is.

Er zijn een aantal roep- en handsignalen die gebruikt kunnen worden 

TEGEN!
Als je een tegenligger of obstakel (links) ziet aankomen, roep je TEGEN! Degene achter je herhaalt dit signaal totdat de hele groep weet dat er ruimte gemaakt moet worden voor tegemoetkomend verkeer of een obstakel.

VOOR!
Als je een bewegend object (rechts) op je eigen weghelft tegenkomt, roep je VOOR! Degene achter je herhaalt dit signaal totdat de hele groep weet dat er ruimte gemaakt moet worden voor iets of iemand die mee- of tegen beweegt op de eigen weghelft.

ACHTER!
Als je als achterste rijder ziet of hoort dat een andere weggebruiker de groep wil inhalen, roept je ACHTER!. Degene voor je herhaalt dit totdat de hele groep weet dat daar rekening mee gehouden moet worden door zo veel mogelijk aan de kant te gaan.

PAALTJE!
Als je ziet dat er een paaltje of gelijksoortig object op de weg staat, roep je PAALTJE! De hele groep weet dan dat er een obstakel ontweken moet worden.

Als je op de route versmallingen en geparkeerde auto’s tegenkomt, geef je met een gebaar met je rechter- of linkerhand/arm (afhankelijk van de zijde) aan dat de renner achter je door dat daar rekening mee gehouden moet worden. Hierdoor weet iedereen dat er iets aankomt waar de hele groep omheen moet. Mocht het nodig zijn, kun je ook VOOR! of TEGEN! roepen om de hele groep er extra op te attenderen.

WEG VRIJ!
Voorrijder steekt linkerarm omhoog, wuift naar voren en roept “VRIJ”  Groep geeft roep door naar achter

AFSLAAN!
Voorrijder steekt arm naar links of rechts en roept “Links” of “Rechts” Groep geeft roep door naar achter. Achterrijder steekt ook arm uit.

RITSEN!
Indien de verkeerssituatie wenst dat er achter elkaar gefietst moet worden, roept de voorste rijder “Ritsen” waarbij de rechter fietser ruimte laat aan de linker om voor hem/haar in te voegen

PROBLEMEN!
Bij problemen roept betrokkene “LEK” als teken aan de groep.